Paragrafen

Financiering

De belangrijkste risico’s voor de gemeente die samenhangen met de uitvoering van de treasuryfunctie bestaan uit renterisico's. Deze worden getoetst aan twee normen. Dit zijn:

  1. De kasgeldlimiet. Deze geeft het maximale bedrag aan dat een gemeente aan vlottende financieringsmiddelen (looptijd korter dan één jaar) mag opnemen;
  2. De renterisiconorm. Hiermee wordt het renterisico op de vaste schuld (looptijd vanaf één jaar) in beeld gebracht.


De ontwikkelingen van deze renten lichten wij hieronder nader toe.

1) De kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet stelt een bovengrens aan de toegestane omvang van de kortlopende schuld (looptijd korter dan 1 jaar). Reden hiervoor is dat een korte schuldpositie een potentieel renterisico met zich meebrengt, omdat rentestijgingen direct doorwerken in de rentelasten. Het is dan ook van belang dat de grote potentiële beweeglijkheid van de rentelasten op korte financiering gedurende het begrotingsjaar beheerst wordt. Voor structurele liquiditeitstekorten is financiering met geldleningen met een looptijd langer dan 1 jaar de aangewezen oplossing.

De hoogte van de kasgeldlimiet is afhankelijk van de omvang van de lopende uitgaven.
De kasgeldlimiet voor de gemeente Zevenaar voor 2026 is berekend op 15,4 miljoen en is gelijk aan 8,5% van de begrotingsomvang. Dit percentage is vastgesteld in de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Uitvoeringsregeling Fido, art 2, lid 1b). Het begrotingstotaal per 1 januari 2026 is € 181 mln (inclusief de begrotingstotalen van de Gemeenschappelijke Regelingen de RDL (Reinigingsdienst De Liemers) en het SALD (Streekarchivariaat De Liemers en Doesburg).
Als drie kwartalen achtereen de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet (volgens artikel 4 van de Wet Fido) de provincie als toezichthouder hiervan op de hoogte worden gebracht. Daarnaast moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring aan de toezichthouder voorgelegd worden.

Renterisico kort geld
De rentelasten van kort geld (kasgeldlimiet) hangen samen met de ontwikkeling van de Euribor. In onderstaande twee grafieken is het verloop van de Euribor in de afgelopen jaren en het verloop van 2025 weergegeven.


Sinds 2022 bevindt het kortlopende renteniveau (referentierente: 3-maands Euribor) zich weer ruim boven de 0%. Na een sterke stijging vanaf 2022, is de piek in 2024 bereikt. Dit korte renteniveau staat hoofdzakelijk onder invloed van het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De ECB heeft als primaire taak om de inflatie te bestrijden. Zij houdt als streefwaarde voor de inflatie 2% aan. Vanaf juni 2024 tot op heden heeft de ECB sinds lange tijd de rente van het depositotarief in fases verlaagd van 4% naar 2%. Het depositotarief heeft veel invloed op de rentes op financiële markten. In Europa is de economie inmiddels afgekoeld en is de groei beperkt. Deze afkoeling van de economie zien we ook terug in de inflatiecijfers. Ten opzichte van vorig jaar zijn de inflatiecijfers flink afgenomen in Europa, de inflatie in de eurozone betrof in juli 2,0 procent. De inflatie in Europa heeft hiermee het streefniveau van de ECB bereikt. De verwachting is dan ook dat de kortlopende rente voorlopig ongewijzigd blijft.

Renterisico lang geld, renterisiconorm

De gemeente Zevenaar gaat in principe uit van totaalfinanciering. Op basis van de behoefte wordt lang geld aangetrokken. Het geld wenden wij met name aan om activa te financieren. In de gemeente Zevenaar schrijven wij activa lineair af en hier wordt met het langlopende geld bij aangesloten.
Voor nieuw vast te stellen grexen/voorbereidings- of grondaankoopbudgetten wegen wij per keer af of er projectfinanciering toegepast wordt. Vanaf 2025 gaan we dit toepassen op de grondexploitatie Businesspark 7Poort II.
Voor het bepalen van de rentelasten voor de begroting nemen wij het volgende uitgangspunt als basis:
Rentelasten van langlopend geld zijn gebaseerd op een lening bij de BNG met een looptijd van 20 jaar, waarbij de rente tussentijds niet wordt aangepast. Voor de begroting wordt de ontwikkeling van de rente in de eerste 6 maanden van het jaar gehanteerd.

In onderstaande grafiek staat het verloop van de rente in de afgelopen jaren opgenomen (stand 21-8-2025).

Ondanks verminderde groeivooruitzichten in Europa, blijven er risico’s aanwezig op een nieuwe opleving van de inflatie. Zo zien we bijvoorbeeld dat in Nederland de inflatie op verhoogde niveaus blijft; in juli betrof de inflatie 2,9%. Daarnaast zorgt het handelsbeleid van Trump voor risico’s voor de mondiale handel en wereldeconomie. Importheffingen worden vaak doorberekend aan de consument, wat resulteert in hogere prijzen. Dit kan leiden tot een stijgend effect op de inflatie in Amerika. Mochten de inflatiecijfers in de toekomst weer oplopen, dan zal dit leiden tot een hogere lange rente. Daarentegen bestaat er ook de kans dat de economie in een recessie terechtkomt door de opgelegde handelstarieven vanuit Amerika, wat op zijn beurt een dalende invloed op de rente kan hebben.
De centrale banken hebben de beleidsrentes verlaagd in de afgelopen periode, maar dit betekent niet automatisch dat de marktrentes ook dalen. Hoewel het logisch lijkt, is dit niet altijd het geval. De rente van de centrale bank heeft vooral invloed op de variabele en kortlopende rentes. Ondanks de recente renteverlagingen van de ECB, heeft dit zich niet vertaald in een lagere lange rente. Als de economie in de komende tijd minder goed presteert dan verwacht en de inflatie verder daalt, kan ook de lange rente dalen.
De verwachting is een gelijkblijvend tot licht dalend niveau van de lange rente in de komende periode.

2) Renterisiconorm
Bij de renterisiconorm gaat het om het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente voor de rentelasten. Aanpassing van de rentepercentages doet zich voor bij herfinanciering en renteherziening. Herfinanciering houdt in, dat een vervangende geldlening wordt aangetrokken om aan de aflossingsverplichtingen van bestaande geldleningen te kunnen voldoen. Bij renteherziening gaat het om het aanpassen van het rentepercentage door de geldgever tijdens de looptijd van de geldlening.

Bedragen x € 1.000

2026

2027

2028

2029

Rente

1a

Renteherzieningen (leningen)

-

-

-

1b

Renteherzieningen (leningen u/g)

-

-

-

2a

Aflossingen (leningen)                                           

18.182

8.205

8.229

7.675

2b

Aflossingen (leningen u/g)

1.270

1.094

1.209

1.123

3

Renterisico

19.452

9.299

9.438

8.798

Renterisiconorm

Begrotingstotaal

175.599

180.025

174.333

179.866

Bij ministeriële regeling vastgesteld

20%

20%

20%

20%

4

Renterisiconorm 

35.120

36.005

34.867

35.973

Renterisico's

19.452

9.299

779.438

88. 8.798

Ruimte (+) / overschrijding (-)

15.668

 26.706

25.429

27.175

Deze pagina is gebouwd op 09/25/2025 13:25:45 met de export van 09/25/2025 13:11:03